Zij kondigt aan dat ze er is.
Het bewegen van de takken lijkt
overgetrokken van een andere dag.
De bladeren spreekt ze
in met de wind.
Denkt terug te kijken in de tijd.
Ze
kijkt uit in de ruimte.
Als ze slaapt
vult ze matrassen
met geluid.
Ze komt over de rand van het denken.