Zijn rugnummer zit aan de binnenkant
van zijn shirt. Hij doet wel
mee, hij
raakt de bal ook goed maar hij is
al veel eerder
op een tussenpaadje
terechtgekomen.
Zijn wereld wordt
steeds kleiner.
Een bloem is een bloed, een bed
een bel. De
dokter een dochter. Hij
speelt ook geen kijkertje meer,
hij
betrapt ze een keer per dag met zijn moeder.
Hij steekt
in een kwaad vel.