Het paard zo plat als
een vormfout
voorzien van het nodige
voorzijde met alras
een mogol,
een landsheer, een kleuter.
Het bord
een vouwbriefje met rillijntjes
na-zijde voorzien van het
snijdige
achterzijde voorzien van terzijde
de waarheid
liegt
van vore en van achtere
van voren zoveel
gezien zo
langs zo veel snit, snot, snede
wie rijdt er naar
boven
wie rijdt er beneden
vormen een braak,
een overval
valt ook te rijden
stilstand is niet ho
maar
ad af of
oer oor tri ver
lekkerweg
een voorvlak met
voorval
stapspoor met uitslag
de pee
natuurlijk
maltentig
natuurlijk per streepje bekijken
natuurlijk
telt het licht
het oneindige passim
troost
waar is het
echte mannetje
vrouwtje.
Het paard is een zéér
oude
vorm van schrijven.