De spreekstalmeester laat
ik aan het woord.
Hij zal zeggen dat ze een verhaal van
beweging
maken. Ze bouwen een geschiedenis van
veranderingen.
Hij zal zeggen dat het paard
een zeer oude vorm van schrijven
is.
Hij zoekt geen thema’s, motieven, wel zal
hij het
hebben over mok, spat, droes, cornage,
dourine, hanetred,
mondklem, rotstraal,
maandagziekte, lichtblindheid. Hij zal
het
hebben over het uitdeuken van het leven, de
snelsoldaat,
de scheve horizon, onland.
Hij scheurt in een onverschrokken
gelaat.
Hoeveel handen hebben we nodig? Welk hoofd?
We
denken duizend dingen op elkaar.