met ‘De grillige geschiedenis van de moderne mens’ van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Wie goed kijkt en luistert,kan in de architectuur van de Amsterdamse School,de schilderkunst van Caspar David Friedrich,de opera’s van Wagner of een lied van Ramses Shaffy de filosofie van hun tijd waarnemen. Je ziet en hoort Kant en Schiller,Nietzsche en Sartre door de kunstwerken heen. Filosofie is overal,in alle hoeken van de samenleving – niet alleen in de kunsten,maar ook in reclameboodschappen,in pornografie en zelfs in de graffiti op straat. Zij duikt op in stegen en op schuttingen,waarop volgens Boudewijn de Groot ‘de woorden van profeten’ staan die voorbijgangers de pas doen inhouden. Neem de anonieme muurschildering die op het omslag van dit boek te zien is. Wie is die duistere man die van achter het electriciteitskastje tevoorschijn lijkt te komen,terwijl hij een vuurrode paraplu omhooghoudt?'(bladzijde 13) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van b.zwaal uit ‘zeesnede’ gedichten 1984-2019. ‘nu het overstapje mislukt was/moest het been worden gerekt om/de nieuwe stappoging te doen slagen./in pezen en elastieken verpakt/bereikte dat been zo’n rekkracht/en stapkracht dat het in één keer/om de aarde terug was en zodoende/ondanks alle poging z’n plek bij wijze/van spreken niet kon verlaten en met/lede ogen het overstapje moest opgeven.'(Bladzijde 42) Dit is het gedicht. Wordt vervolgd. Nu weer verder met een gedicht van Lucebert uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’. Titel van de reeks;’bühnescreens’ gedicht VII. ‘we houden ons aan de grenzen/aan het grote schaften voor de ongeschoolde arbeider/ik verzeker u ik ben de laatste/die de umweltkontrolle beheerst/wij hebben scheit aan de intellectuele arbeider/omdat die steeds naast de verkeerde kop/van de spijker slaat op de verkeerde knop'(bladzijde 518) Het gedicht is nog niet af. Wordt vervolgd.