griep.Vreemd maar wel waar. Woensdag 20-3-19;nog niet in staat tot enig overschrijfwerk. Donderdag 21-3-19;verder met ‘Zekerheid weggeslagen – en herwonnen'(Clemens non Papa,Descartes,Anselmus)van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Een God die alleen idee is,is immers niet ‘iets waarboven niets groter gedacht kan worden’. De God die ook nog werkelijk bestaat,is altijd nog groter en veelomvattender. Aam alles wat de idee al heeft omschreven,wordt het bestaan nog toegevoegd. En dus wordt Gods bestaan noodzakelijkerwijs geïmpliceerd door het denkbeeld dat we van Hem hebben. Dat ontkennen zou iets ongerijmds zijn – evenmin ongerijmd als wanneer Descartes zou zeggen dat ik aan alles kan twijfelen zónder te bestaan. ‘Bijgevolg bestaat zonder enige twijfel “iets waarboven niets groters gedacht kan worden”,zowel in het verstand als in de werkelijkheid’,concludeert Anselmus.'(bladzijde 36) Wordt vervolgd. Nu uit de bundel ‘Zeesnede’ van b.zwaal weer twee gedichten. ‘stil verrukt staat de stoel/op de w vier ranke/wacht stof noch mens/is steeds en al/van licht aandacht'(bladzijde 25) ‘gewende ween slaat van de klokken/klank en brons in glijde goten/naar een dorstige barstig vat/kosters drinken hemony'(bladzijde 26) Dit waren de gedichten. Wordt vervolgd. Nu weer verder met een gedicht van Lucebert uit de reeks ‘bühnescreens’. Nu gedicht II. ‘ootmoedig zachtmoedig lankmoedig/ben ik het sociale type/jullie moeten je zo verstoppen/dat ik je kan vinden/blaas ik op mijn fluit/ga ik in stichtingen op/met avondcursussen en weekendcursussen/speel ik op in de groep/ik bespeel de weerstanden in de groep/wij zijn enorm op elkaar ingespeeld/derde straat links recht uit tot aan/ het intiem/ verkeersplein/en ontwikkel nieuwe vormen/in het rekreatie-gebied///vaak zeg ik:/ken u zelf/kinderen van de misrekening/en sta op het koninklijke recht van de voetganger'(bladzijde 513) Dit is het gedicht. Wordt vervolgd.