met ‘Zekerheid weggeslagen – en herwonnen'(Clemens non Papa,Descartes,Anselmus)van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘De vondst van Descartes is even elegant als eenvoudig. Want als van alle kennis die ik heb onduidelijk is wat de waarheidswaarde is,dan moet ik om tot zekerheid te komen twijfelen aan alles wat ik weet,aldus Descartes. Het enige wat ik dan overhoud,is de act van twijfelen zelf. Alles verdwijnt uit het rijk van de zekerheid,maar precies de daad van het laten verdwijnen is daarvoor onontbeerlijk – en dat is de twijfel. Die twijfel wordt nu de weg (hodos in het Grieks)naar de zekerheid:’méthode’ betekent letterlijk ‘de weg volgend’. Wat is de eerste stap op die weg,nadat Descartes het terrein radicaal heeft geëffend? Dat is de constatering dat twijfel een denk-act is en dat ik die noodzakelijkerwijs moet veronderstellen om alle ongewisse kennis te verwijderen. Het is logisch onmogelijk dat te doen zónder te twijfelen;de daad van resolute scepsis moet als een uitgangspunt (axioma)worden verondersteld. Want waar getwijfeld wordt,wordt gedacht. Dat inzicht maakt Descartes tot zijn uitgangspunt. Het verste punt waarop ik met de niet-acceptatie van de vanzelfsprekendheid van het gegevene kan teruggaan,is de universele twijfel. En twijfel is denken. Wanneer ik als filosoof twijfel,is er denken.'(bladzijde 34) Wordt vervolgd. Nu weer verder met de reeks ‘Splendor of de metafysica van het licht’ gedicht 6 van H.C. ten Berge uit de bundel ‘Splendor’. ”Lux’ is de grondslag. Is licht dat kracht uitstraalt./’Lumen’ heet het licht dat zich in lucht en ruimte verspreidt./’Splendor’ is de schittering in diafane dingen/of een lichaam dat doorschenen wordt./’Supersplendere’…een fonkelen dat alles overtreft,/een hemels vergezicht.'(bladzijde 64) Het gedicht is nog niet af. Wordt vervolgd. Nu weer verder met een gedicht van Lucebert uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’. Titel:’intro II’. ‘alvorens de sluizen zich voorgoed achter ons sluiten/zal er zijn bereid onder onze bundker de bunker/van de geleidelijke afvloeiende prijzenbegeleider/de (sports)man die dik wordt terwijl u eet/hij is de (voedings)bodem voor veel maar niet van alles/want onder zijn bunker is gemetseld de geheime cel/van de hoogste gezagdrager/onze Minister President het gekroonde konijn/onze aartsvader Stimilul Sterrevaart/hij die ontwierp dieper dan ooit gezocht zal worden/het kot van god gans groot genoeg voor grut'(bladzijde 504)Het gedicht is nog niet af. Wordt vervolgd.