met ‘Zekerheid weggeslagen – en herwonnen'(Clemens non Papa,Descartes,Anselmus)van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Waarheid heeft betrekking op de inhoud;en de middeleeuwers meenden er zeker van te kunnen zijn dat wat Aristoteles zei waar was,omdat hij het zei als ‘auctoritas’. Maar bij Descartes ligt de garantie niet meer in de waarheid en het gezag van degene die een uitspraak doet,maar in de zekerheid van de uitspraak zélf,die gegarandeerd is door het feit dat die op een methodisch juiste manier is afgeleid. Zekerheid ligt met andere woorden niet in de persoon die spreekt,maar in de methode die hij hanteert. Dat is de reden waarom Descartes in 1637 deze gedachtegang publiceert onder de titel ‘Discours de la méthode(Vertoog over de methode)’. Het is een revolutionair boek geworden,dat op wonderlijke wijze ook nog iets anders gemeen heeft met wat we bij Clemens non Papa hebben gehoord. Net zomin als ‘Godt es mijn licht’ is ‘Discours de la méthode’ geschreven in het Latijn,de traditionele taal van de geleerdheid. ook Descartes neemt voor zijn methodologische revolutie zijn toevlucht tot de omgangstaal. Het is waar dat hij een aantal jaren later diezelfde gedachtegang ook nog eens in het Latijn zal opschrijven,maar dat doet aan dit eerste revolutionaire gebaar niets af.'(bladzijde 33-34) Wordt vervolgd. Nu weer verder met de reeks ‘Splendor of de metafysica van het licht’ gedicht 5 van H. C. ten Berge uit de bundel ‘Splendor’. ‘Begeerte naar wijsheid en inzicht/verzoende hem allerminst/met de andere dienaren Gods./De curie kreeg ervan langs,de brute/geldzucht der kardinalen haalde hij over de hekel./De paus moest gepeperde woorden verteren.///Robert Groothoofd stierf in 1253,hij kwam uit de 12e eeuw,/werd hoogbejaard,behield een scherpe geest./Zijn kosmogonie stond in aanzien/en ging een grote toekomst tegemoet./Behalve een kervorst zagen vreemde ogen/bovenal een denker van formaat.'(bladzijde 62-63) Dit was het gedicht. Wordt vervolgd. Nu weer verder met het gedicht ‘intro I’ van Lucebert uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’. ‘wenden wij ons af van die stervende wereld van gisteren/wenden wij ons af van die verkommerde grijsaards/in hun voor de eeuwigheid geheel ontvette schietstoel/van die flikkerige strip-tease van maagden/op een toneel bol ompotente atleten/van de onderbuik als danshuis gesloten/van al die misselijk makende etensresten in het afwaswater/wenden wij ons af en/in deze troebele diepte/driewerf leve de hogere doedel!!!!'(bladzijde 503) Dit was het gedicht. Wordt vervolgd.