met een gedicht van b.zwaal uit de bundel ‘zeesnede’ gedichten 1984-2019. ‘een slag en drie slagen/aankondiging van een verre rommel die jij mag opruimen/wat je niet doet/met de gevolgen dat je dood mag en moet/wat je niet wilt/zeg je tegen de heerschap/dat is mijn negatie/brult de heerschap/hij vloekt totdat je verstijft en wegdruppelt/als oogzalf mag je dienen en je dient graag/zodat je in ogen klimt en je weg zoekt/met heldere zang verspreid je in de paadjes van het oog/in dat natte grasveld met geschoren laantjes/je genezende werking die zo verbluft/dat de heerschap blind wordt en gaandeweg/kwijl krijgt dat overloopt in slierten uit zijn geknepen mond/wat jij kunt gadeslaan in zijn doffe oogbos/o heerschap/roepen van de heerschap in zijn ogen waar hij de weg kwijt is/en jou graag zou uitknijpen/maar jij bent de beste zalf/jouw dienende taak oefent magnetische kleefkracht uit/op het oog van hem die de heerschap o heerschap is met/zijn doldrieste spelletje en berouwt dat hij/het vriendje is van de beste zalf in de wereld./dat ben jij slaaf.'(bladzijde 140) Dit is het gedicht. Wordt vervolgd.