geen Ger Groot maar twee gedichten van b.zwaal uit de bundel ‘zeesnede’ gedichten 1984-2019. ‘safe omsluit/een pure parel///de sleutel aarzelt/haar te storen/licht werpt al te licht/een schaduw///vrouw vijlt/safe/voelt halsdal tranen'(bladzijde 87) ‘waar de mensen over stonden na te denken/was op zichzelf geen zaak van gewicht./dat werd het door het staande nadenken/van de mensen die aarzelden een voet te/verzetten,bang het denken te storen.///mocht de grond eens wegzakken dan zouden zij/in grote blijdschap het denken dwars door/de aarde wegslaan,het weg laten lopen uit/hun donderende benen,stampend,vloekend/naar de goedertierenheid.'(bladzijde 88) Dit zijn de gedichten. Wordt vervolgd. En dan toch ook weer verder met het gedicht van Lucebert ‘zomer’.’Brul admiratie’!!! ‘bij de snikhete pleien onder de krijten soep der vogels en de drek der insekten/op het sefieren vangende terras de libellist zijn klassieke pen in gal gedoopt/een chagrijnig licht laat schijnen naar de vrijheid precies op de prop in haar mond/de lekkende kurk in een overvolle fles/en leeg laaiend en gekeerd het plein als de uitgeschoren nek/onder het mateloze open oog van de scherprechter'(bladzijde 529) Het gedicht is nog niet af. Wordt vervolgd. Wat een heerlijk stemmenspel.