met ‘De grillige geschiedenis van de moderne mens’ van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Niet alleen omdat de éne politieke wil van de vorst voortaan vervangen werd door de verdeelde politieke wil van het volk,maar ook omdat er geen doorslaggevend criterium gevonden bleek te kunnen worden ten aanzien van de vraag wat nu eigenlijk het ‘goede’ was dat politiek gedaan moest worden. Men had de rede nog enige tijd willen vereren als een nieuwe God om via die ’transcendente’ positie het ondermaanse tot eenheid te brengen,net als onder het Ancien Régime,maar ook die rede bleek in de praktijk van de politieke strijd een onzekere gids die bijna iedereen wel voor zijn karretje kon spannen.'(bladzijde 18) Wordt vervolgd. Nu weer verder met een gedicht van b.zwaal uit de bundel ‘zeesnede’ gedichten 1984-2019. ‘de zee begeeft zih in de reddingsboot/spoedt zich naar land en wordt gered/en al in het museumbad geplaatst///de directuer plaatst op het bordje naam:de zee/en schoon kalmeert zij in de kuip/onder ogen kalmeert zij in de kuip/onder ogen overzwemmend van bewondering///’s nachts zit de waker even bij haar/en geeft haar zout tot troost'(bladzijde 57) Dit is het gedicht. Wordt vervolgd. Nu weer verder met het gedicht ‘…en morgen de hele wereld’ van Lucebert. ‘het van pijn starre gezicht stroop het af/doof dat koude vuur ook en begraaf/dat in alle nachten fluisterend kadaver en keer/dat lispelende gras tussen de rails///verheerlijk toch onze lieflijkheid/kijk onze voeten wassen wij in de overtollige melk/en het roomkleurige broodrooster verheugd/spuwt uit over de zonovergoten toeristentafel/snee na snee het goudbruine brood/dank zij nieuwe automaten sfinksen die ons de waarheid aandragen/gepolitoerd nu de toekomst gestroomlijnd de tijd'(bladzijde 523) Het gedicht is nog niet af. Wordt vervolgd.