met ‘De grillige geschiedenis van de moderne mens’ van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Doods wordt filosofie pas wanneer ze zich daarvan niet meer bewust is of moedwillig het gesprek vermijdt met mensen op straat,in huiselijke kring of op het werk.Wanneer ze zichzelf niet meer herkent in een lied van Frank Sinatra of een mechanisch poppenspel uit de achttiende eeuw. Daarom is dit niet alleen een leesboek,maar ook een kijk- en luisterboek met een bijbehorende site waarop de meest uiteenlopende beeld- en geluidsfragmenten te vinden zijn.'(bladzijde 12-13) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van b.zwaal uit de bundel ‘zeesnede’ gedichten 1984-2019. ‘de wind is moe,de meeste mensen zijn moe./de wind houdt plots op en van de schok/vallen de meeste mensen om./de overblijvenden krijgen wijd uitzicht,zien/om de honderd meter palen staan,regelmatig/over alle vlaktes./doodstil./totdat de eenzaamheid opkruipt.tegen die koude/spannen zij lijnen,golvend tussen hun koppen./de wind ziet het en stuurt een hulpwind die/de draden zo schoon bespeelt dat om de honderd meter/gelach en geschrei gaan opklinken over alle vlaktes.'(bladzijde 41) Dit is het gedicht. Wordt vervolgd. Nu weer verder met een gedicht uit de reeks ‘bühnescreens’ gedicht VI van Lucebert uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’. ‘vrienden vriendinnen/op de boulevard/danst de vlo/asfalt vol kippevel/en kleun kado///’ik ben het meisje lijm/het meisje lijm ben ik/wie maar even naar mij kijkt/die bezwijkt/hij krijgt voorgoed de hik/of valt totaal in katzwijm’///we houden ons aan de gekleurde grenzen/die ik heb gesteld///meer woorden meer armen/meer baasje zonder korst/die mij komt verwarmen'(bladzijde 517) Dit is het gedicht. Wordt vervolgd.