met ‘Zekerheid weggeslagen – en herwonnen'(Clemens non Papa,Descartes,Anselmus)van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Cogito ergo sum Nee,we zijn niet veroordeeld tot eeuwige scepsis,zegt René Descartes wanneer de zeventiende eeuw een paar decennia op streek is. Het is de wetenschap zelf die de weg wijst naar een nieuwe grondslag,waarop het weten zich met absolute zekerheid kan funderen. Die wetenschap is de mathematica,het meest succesvolle wetenschapsgebied in die eeuw. Zoals altijd richt ook dan de filosofie zich naar dat voorbeeld,in een poging eindelijk een ‘echte’ wetenschap te worden. Dus introduceert Descartes,als de briljante wiskundige die hij ook is,de mathematica in de filosofie om een uitweg te vinden uit de impasse waarin het weten inmiddels terecht lijkt te zijn gekomen. Hoe komen wij tot absoluut betrouwbare kennis? Door te doen zoals de meetkunde doet,antwoordt Descartes. Die zoekt naar een formeel en zeker uitgangspunt,om vervolgens van daaruit via afleidingsregels steeds weer nieuwe ware beweringen (‘stellingen’) te genereren. Zo bouwt de mathematica haar inzicht steeds verder uit,waarbij de formele afleidingsregels ervoor zorgen dat de absolute zekerheid van het uitgangspunt ook in de daaropvolgende stappen steeds weer ten volle behouden blijft.'(bladzijde 31-32) Wordt vervolgd. Nu weer verder met de reeks ‘Splendor of de metafysica van het licht’ gedicht 5 van H.C. ten Berge uit de bundel ‘Splendor’. ‘Vlamde ’s nachts de noorderhemel voor zijn ogen op,/woeien sluiers van licht langs de kim,/werd de goddelijke zon op een zomerse dag/een vuurspuwend lichaam,gevoed door onkenbare kracht,/door een eeuwige bron die onzichtbaar,achter de zon,/het uitspansel van sterren en kometen voorzag.'(bladzijde 62) Het gedicht is nog niet af. Wordt vervolgd. Nu weer verder met een gedicht van Lucebert uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’. Titel:’intro I’. ‘gaan wij/op de tast van de fantast/de diepte in/ons gezelschap/is samengesteld uit personen/eens personeel thans welgestelden/die in de rust en de stilte van de afzondering/lawaai tumult schandaal maken/vanuit die dierbare dienstbaarheid tot elkaar/die wij liefde noemen///de konservatieve revolutie/slechts door ingewijden voltrokken/zij die bevrijd van het realiteitsprincipe/de zelfvergiftiging hebben overleefd'(bladzijde 503)Het gedicht is nog niet af. Wordt vervolgd.