met ‘Een ingewikkelde machine'(Spinoza,Mozart,Lamettrie,Ryle)van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Dat model zal ook Freud,honderdvijftig jaar later,weer gebruiken,maar hij zal het minder letterlijk opvatten dan Lamettrie:het psychisch mechanisme is nog het beste te vergelijken met een hydraulisch druksysteem,meent Freud. Bij Lamettrie lijkt die parallel zich al aan te kondigen,wanneer hij in zijn eerste hoofdstuk spreekt over de ‘razernij’ van man en vrouw die ‘geplaagd worden door onthouding en tegelijk gezond zijn’. Hij schrijft als een vroegtijdige sexuoloog:’Er is weinig voor nodig of dat bescheiden en schuchtere meisje legt alle schroom en schaamte af;incest doet haar net zo min verblikken of verblozen als overspel een mondaine vrouw. En als haar behoeften niet een prompte bevrediging vinden,zullen zij zich niet meer beperken tot aanvallen van baarmoederwoede,manie enzovoort,maar zal het ongelukkige kind sterven aan een kwaal waarvoor toch zovele artsen bestaan.’ Uit dat alles leidt Lamettrie dan af dat de ziel,als een zelfstandige en onderscheiden entiteit,helemaal niet bestaat. Het denken is niets anders dan de organisatie en het functioneren van de lichaamsmachine. Zo is ook de moraal volgens hem niet meer dan een gevoel dat uiteindelijk berust op angst en vrees. De gulden regel ‘Doe anderen niet wat u niet wilt dat anderen u aandoen’ wortelt duidelijk in die angstgevoelens,aldus Lamettrie.'(bladzijde 60-61)Wordt vervolgd. Nu weer verder met de reeks ‘O de aarde’ gedicht 16 van H.C. ten Berge uit de bundel ‘Splendor’. ‘Misschien was het voor mij weggelegd/componist en muzikant te zijn./Een fleurige klankgolf zou dagelijks de ruimte bespelen./Feilloos was mijn ritmiek,de muziek echter/zou mijn techniek niet verdragen/ zo had een maestro gezegd.///Toen lokten de letteren,een dichter/die schuchter begon had zich weldra ontdopt./Eerste krabbels op een Remington met rafellint/ en sleetse wagen./De letters vloeiden dicht op flinterdun papier,/regels dansten aangeschoten/ op/en/ neer.'(bladzijde 37-38) Het gedicht is nog niet af. Wordt vervolgd. Nu weer verder met het gedicht ‘de tuin der lusten’ van Lucebert uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’. ‘m’n hemeltje ook ik bijtijds verstandig zijn ‘ne vernünftige/Regierung würde sicherlich ‘ne Bestseller sein/waarheid is slechts in het geweld van herhalingen en wapens/en met goud gestolen op last van de politie/ontsluit ik nieuwe gangen voor steeds hemelser ideeën/geef me dus het oude boek eens dat varken vol papier/wijst ons wel de weg wij gaan getwee jij elf of fee'(bladzijde 483)Het gedicht is nog niet af. Wordt vervolgd.