gevierd.Voor de eerste keer in het nieuwe huis. Van 11.00 tot en met 2.00 uur . Met bijzondere vrienden van de overkant en van het eiland. Frans,Shelley,Hans,Adzer,Erna,Tilly,Ben,Letjaar,Marije,Lukas,Ilmar,Liz,Henk,Hennie,Hannie,Frits,Birgit,Oscar,Jacky,Jacob-Jan,Hermine,Ralf,Joke,Misja,Jaap,Daan,Liesbeth,Sjaak. Met de vertrouwde muziek en zang. En zoals Hennie steeds maar herhaalde:’Wat een leuk feestje,wat een bijzonder feestje.’ Ze waren er. Het geeft een bijzonder gevoel. Wat dat is,moet beschreven woorden in een goed verhaal,een gedicht met aparte operafragmenten. Wie zijn je vrienden en waarom?Hoe groeit een vriendschap? Hoe ontstaat een vriendschap? Hoe hou je het in stand? Zondag 13-1-19:verder met ‘Monsters en de vrije wil'(Mary Shelley,E.T.A. Hoffmann,Turing,Kant)van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Daarvan zijn veel filosofen gedurende de afgelopen twee eeuwen doordrongen gebleven. Maar als ook het dualisme van Descartes intellectueel onbevredigend en onhoudbaar blijkt,hoe moeten geest en materie dan wél samen worden gedacht? Tussen het materialisme dat aanhaakt bij de ‘res extensa'(materie) en het idealisme dat alles wil reduceren tot de ‘res cogitans’ (geest) zal,op heel verschillende manieren,de vraag naar het wezen van de mens zich in de daarop volgende twee eeuwen ontvouwen. Het voornaamste probleem dat de filosofie op te lossen krijgt,is hoe de mens als een lichamelijke entiteit die onderworpen is aan de natuurwetten van de materie,niettemin een vrij wezen kan blijven dat vatbaar is voor de wetten van de ethiek. Wat kan ik weten? Het is de Pruisische filosoof Immanuel Kant die tegen het einde van de achttiende eeuw voor dat probleem een oplossing zoekt in zijn uitermate invloedrijke en revolutionaire filosofische oeuvre. Hij doordenkt de verhouding tussen inwendigheid en uitwendigheid (zelfbewustzijn en lichamelijkheid)op een nieuwe manier die bepalend zal blijken voor de moderne filosofie. Ook Kant,die sterk onder de indruk is van het werk van Newton en de moderne natuurwetenschappen van zijn tijd,gaat uit van één materiële werkelijkheid.'(bladzijde70-71) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht uit de reeks ‘O de aarde’ van H.C. ten Berge uit de bundel ‘Splendor’. ‘De sprong nu uitgesteld,de aarde/rekent mij in./Ik wacht op haar/tot ze mij als een verloren minnaar/ten dode omhelst,/mij in haar magna-haard verdwijnen laat.'(bladzijde 21) De reeks is nog niet af. Wordt vervolgd. Nu weer verder met het gedicht ‘vrijheid’ van Lucebert uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’. ‘ook is gezien duizend op blikken fluitjes fluitende teenagers/wandelend kilometers naar niets naar de extase van gras/van speelweiden vol met enkel pret-niets-in-de-pet – jarriba espana!-/dikkesinoras touwtjes springend rechtstreeks naar de hemel-/ jmadre mia! – jbeba fanta! – /vermoeide oliebol is vader sloof oliebola moeder en daartussen/sukkelt het kind met een onberispelijke papieren apesmoel/naar een volstrekt infantiele chaplin:clown sla mij op de kop/voor de lol op de kop op de kop op de lolliekop/juist!sla op vrijheid en zie zij lacht'(bladzijde 472-473)