Ivo Michiels; ‘Sokkel Grand Oeuvre’ uit; ‘Vlaanderen, ook een land’ 8.5 ‘De bedding, het water, het vuur, de kleur, het licht. het licht maakt zich meester van buiten en binnen:deze wereld, gene wereld. Het tekent scherp de contouren waardoor het lijkt alsof voor ’t eerst te aanschouwen is wat voordien onduidelijk te aanschouwen is geweest. Halm die halm is, vrucht die vrucht is, vis die vis is, vogel die vogel is. Nu het licht is, buiten, binnenin ook. Het straalt diep uit het hart van ding en wezen naar de huid toe en daaraan voorbij. Aldus zoekt het licht het licht op, van buiten richting hart, van binnen richting huid. Hart, huid en licht. Vormen ook. De lichamen ook. Ze staan naakt en strak omlijnd in het nieuwe getekende land van de vorm. Ze houden de palmen van de handen plat tegen de lucht gedrukt. Hun schouders raken elkaar op schouderbreedte na. Daar geeft de mond een klank weg, o klankt de mond. En o en o en o en o. En ij klankt de mond. En ij en ij en ij en ij . De mond zegt. Jij. Zo is gezegd, Door deze mond, door de andere mond. Hart, huid en licht. Vormen ook. De lichamen ook. En gebed ook, straks als het goud komt.'(bladzijde 308) De hommage aan Ivo Michiels wordt een hommage-collage. Schetsen krijgen vorm; kleuren zijn er al; nu de juiste ‘bladzijde’ nog zien te pakken. Ze staan klaar maar welke neem ik? Welke schrijf ik? Welke lees ik? welke beteken ik?