Kouwenaar; uit ’totaal witte kamer’ het gedicht ’totaal witte kamer’. Al eerder geciteerd maar verdwenen. totaal witte kamer Laten we nog eenmaal de kamer wit maken nog eenmaal de totaal witte kamer, jij,ik dit zal geen tijd sparen, maar nog eenmaal de kamer wit maken, nu, nooit meer later en dat wij dan bijna het volmaakte napraten alsof het gedrukt staat, witter dan leesbaar dus nog eenmaal die kamer, de voor altijd totale zoals wij er lagen, liggen, liggen blijven witter dan, samen-