Hommage aan Kouwenaar groeit heel langzaam. Gisteren lettervorm bedacht die bij hem past. Het gaat lukken. Nu weer een gedicht. Uit zijn eerste bundel; ‘Achter een woord’ gedicht 4 uit de serie ‘leesplank’ Zover ik zie zie ik draafdieren die mij uitleveren aan misschien de waakhonden hebben mijn hand gelikt ik wikkel mij in een eindeloos uitgespaard ogenblik daar ben ik een mens met vier ogen ik ben tevreden met mijn lotus draag van achter naar voren de benen over de graven van een bleekneus vroeger jeugdig en vergeefs wij hebben gezongen ik stemde mijn stem in een sprong wolken trokken over regen begon en later met een gezalfde mond een wonder een water een regenstraal uit mijn tong.